Nederlands Openluchtmuseum op 15-05-2010.
Het Nederlands Openluchtmuseum is een openluchtmuseum in Arnhem en was tot 1993 een rijksmuseum. Het museum geeft een beeld van het leven in Nederland gedurende de laatste eeuwen. Wonen en werken van de Nederlanders worden aan de hand van veelal verplaatste originele gebouw
en zoals diverse soorten boerderijen, een aantal molens, een Zeeuwse kerk en een stoomzuivelfabriek in beeld gebracht, een aantal gebouwen wordt "bewoond" door museummedewerkers die als originele bewoners de bezoekers ontvangen.
Ook tal van gebruiksvoorwerpen, oude ambachten en klederdrachten zijn tentoongesteld. Tevens geven ambachtslieden demonstraties van hun kunnen aan het museumpubliek. Bijna dagelijks zijn onder andere een molenaar, een smid, een stoelenmatter, een drukker en een papierschepper aan het werk. Tijdens weekenden worden veelal bijzondere activiteiten georganiseerd, zoals: draaiorgeldag, oogsten van rogge, dorsen van graan, ploegen met paarden en een ouderwetse kinderkermis.
Rond de jaarwisseling wordt sinds 2004 een speciaal winterprogramma aangeboden. Op de museumwebsite worden deze speciale activiteiten bijtijds aangekondigd.
Het Nederlands Openluchtmuseum is lid van de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen.
Geschiedenis *
Het openluchtmuseum kwam tot stand mede dankzij Frederic Adolph Hoefer, die in 1912 het plan opperde om een openluchtmuseum te bouwen, in navolging van soortgelijke musea die hij in Scandinavië had bezocht. Door industrialisatie en verstedelijking verdwenen de regionale verschillen en dreigden tradities en ambachten verloren te gaan. Door historisch belangrijke gebouwen naar een museumterrein te verplaatsen, waar mensen met kennis van zaken aan bezoekers tonen hoe men vroeger leefde en werkte, kan het verleden levend worden gehouden. Het Nederlands Openluchtmuseum opende op 13 juli 1918 zijn deuren, met zes gebouwen die men van elders had overgebracht.
In 1987 leek het er even op dat het Openluchtmuseum zijn deuren moest sluiten, als gevolg van sterk teruglopende bezoekersaantallen. Na een demonstratie door het publiek en een flinke reorganisatie, waarbij naast het leven op het platteland ook de industriële ontwikkeling aandacht kreeg, kon het museum zijn bestaansrecht toch behouden.
In 1996 werd op het terrein van het museum een tramlijn aangelegd. Dankzij deze ringlijn kunnen ook bezoekers die minder goed ter been zijn gemakkelijker de verder van de hoofdingang gelegen delen van het museum bezoeken. Een replica van een kwart van de in 1944 verwoeste Arnhemse tramremise werd gebouwd. Ook een Arnhemse tram uit 1929 werd gereconstrueerd. Deze kwam in 1998 in gebruik. De dienst wordt voorts uitgevoerd met materieel afkomstig van de Rotterdamse en Haagse tram.
Bij de museumingang staat het eivormig gebouw met de bekroonde attractie het Hollandrama. Het laat zien een wonderbaarlijke reis, kriskras door het karakteristieke "Holland" van vroeger en nu, in zes panoramische vertellingen.
In mei 2005 won het Nederlands Openluchtmuseum de Europese prijs voor het Museum van het Jaar 2005. De prijs werd in Brussel uitgereikt door koningin Fabiola. Het is een "excellent voorbeeld voor andere klassieke musea die nieuwe wegen willen inslaan", aldus de jury.
In 2009 kreeg het museum de Bank Giro Loterij Prijs uitgereikt.
De meest recente aanwinst is een Turkenpension, afkomstig uit de Amsterdamse Pottebakkersgang in de Jordaan. Ook een Jordaancafé en een postagentschap worden herbouwd. Het project wordt gefinancierd door de Bankgiroloterij.
Eerdere recente aanwinsten zijn onder meer een historische goederenloods van Van Gend & Loos, afkomstig van het Tielse stationsemplacement. De verplaatsing in 54 afzonderlijke stukken kostte ongeveer een miljoen euro en is in maart 2007 voltooid. In 2007 werd ook een door Gerrit Rietveld ontworpen vakantiehuisje in het museum geplaatst.